Met de aflevering 2024 zijn we aan het 28e Jaarboek Joris van Severen toe. We brengen andermaal een ruime verscheidenheid aan bijdragen die op een of andere wijze inzoomen op de ondertitel van deze reeks: Joris van Severen, zijn persoon, zijn ideeën, zijn invloed en zijn werk.
Vooreerst rondt Romain Vanlandschoot met De Sisyphus-arbeid van Joris van Severen zijn verfijnde biografie over Van Severen af met de periode 26 mei 1929 – 6 oktober 1931, zijnde de periode direct voorafgaand aan de stichting van het Verdinaso. Daarbij komt ook de kritiek van o.m. Hendrik Elias op Van Severens evolutie richting ‘fascisme‘ volop aan bod. Tien jaar later, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, zag het ideologische plaatje er helemaal anders uit: de tegenstrevers uit het Vlaams-nationalistische kamp beleden toen al lang het autoritaire nationaal-solidarisme, dat ze even later gedachteloos (?) zouden omruilen voor de ersatz van het totalitaire nationaal-socialisme.
In A.Th.L.M. Mertens, van Dinaso-student tot rector magnificus besteedt Ruud Bruijns uitgebreid aandacht aan de levensloop van deze Noord-Nederlandse Dinaso en zijn wel merkwaardig te noemen levensloop. Eens te meer blijkt daaruit hoezeer het Verdinaso-Nederland vooral in intellectuele kringen bijval en navolging vond.
In zijn essay over het maandblad Delta, verderop in dit jaarboek, besteedt Hans Nelis uitgebreid aandacht aan de Dietse Rijksgedachte zoals deze door het vernoemde maandblad uitgedragen werd. In de tijd eraan voorafgaand bestond er, al evenzeer als neo-Dinaso-initiatief, de Dietse Rijksorde Joris van Severen, waarover Luc Pauwels de sluier oplicht. Slechts weinigen hadden weet van haar bestaan, behalve de auteur, die er destijds lid van was.
Hans Nelis brengt in “Joris van Severen taai in ere gehouden”. De Werkgroep/Werkgemeenschap ’Delta’ – ‘De Lage Landen’ andermaal een overzichtsgeschiedenis van een als neo-Dinaso te kwalificeren initiatief, met name het tijdschrift Delta. Zijn essay vormt een eerste luik van wat een tweeluik zal worden.
In Motieven maandschrift 'Delta' doorheen de jaren poogt Maurits Cailliau tot een synthese te komen van wat in Delta maat- en normgevend was doorheen de lange geschiedenis van dit tijdschrift.
In Een onbekend beeldhouwwerk van Antoon van Parys besteedt Maurits Cailliau aandacht aan een merkwaardig beeldhouwwerk van de succesvolle beeldhouwer uit Deinze: een ‘kop’ die onmiskenbaar doet denken aan Joris van Severen, alhoewel de beeldhouwer het de naam ‘Mannenkop met uil’ gaf.
Maurits Bilcke sluit het jaarboek af met zijn gedicht 49 jaar nadien. Een beklijvende getuigenis van een oud-Dinaso en veelzijdig kunstenaar, opgedragen aan Jef Werkers.
Dit 28e Jaarboek Joris van Severen is de tweede editie uitgegeven door het Joris van Severen Instituut. i.s.m. de Uitgeverij iD te Izegem. Voortaan zal gestreefd worden naar een bredere redactie bij het samenstellen van de jaarboekenreeks.