Oilvier Boehme in Knack (8/2/2025) naar aanleiding van de federale regering De Wever: "Cruciaal daarbij is dat een harde kern, een invloedrijke minderheid over meerdere generaties heen, overtuigd blijft van haar ideaal. Het Vlaamsnationalisme is een ideologie van meer dan honderd jaar oud, gevoed door idealisme en rancune, dromen en rouw, verwachtingen en teleurstellingen, en heel veel uithoudingsvermogen. Zo’n autonome kracht beschikt over een enorm historisch potentieel, wat degenen die in navolging van Karl Marx ook mogen denken over materiële belangen als de motor van de geschiedenis. Nationalisten putten hun overtuiging en energie niet uit economie (alleen).
De vraag is of die Vlaamsnationale kracht opgewassen is tegen de nieuwe rol die het nu toebedacht wordt. Bruno De Wever, broer van en historicus, schreef in onverdachte tijden (1997) over Joris Van Severen, de leider van het Verbond van Dietse Nationaal-solidaristen (Verdinaso), en diens ‘nieuwe marsrichting’, waarmee die in 1934 het Vlaamsnationalisme inruilde voor belgicistisch neo-Bourgondisme. Hij stelde vast dat de Verdinaso’s jarenlang anti-Belgische pap hadden gelepeld en de meesten het bord Belgische pap dat hen nu werd voorgeschoteld zonder morren begonnen te lepelen. Niet alleen bij dat verbond is pap in vele smaken verorberd. Hoeveel nemen de N-VA-leden nog voor lief?
De N-VA wordt aan de spits van de federale regering een heuse staatsdragende partij. Door die rol nu ook op te nemen door sociaaleconomische hervormingen op Belgisch niveau te stileren tot de realisatie van de lang gekoesterde agenda voor Vlaanderen, wordt niet alleen een kans gecreëerd. Het vormt ook een risico. Dat bestaat erin dat de centrale doelstelling van het Vlaamsnationalisme, de zelfstandigheid van Vlaanderen, irrelevant wordt."